Inrichten algemeen

Waar moet je beginnen.

Introductie

Bij inrichten algemeen gaat het om de eerste inrichting en de eerste inrichtingskeuzen die gemaakt moeten worden voordat je kunt starten met de implementatie van de verschillende processen. 

Lees meer over onderstaande onderdelen

 

1. AFAS Online

 

Je gaat werken binnen de AFAS Online omgeving. Een internetverbinding is een must. 

Ga je bij AFAS Online werken met twee-factorauthenticatie of gebruik je Single sign-on (SSO) voor het inloggen?

Voor de gebruikers die straks gaan werken is de vraag, werken ze alleen in InSite, OutSite of werken ze ook in Profit en moet er een Citrix-cliënt geïnstalleerd worden.

Wil je ook nog kunnen koppelen met Office-producten, dan is de installatie van het PCC ook belangrijk.

2. Testomgeving

 

Leg aan de klant uit hoe makkelijk het is om een testomgeving aan te vragen! De testomgeving kan een kopie zijn van de productie-omgeving of een demo-omgeving.

Na het terugzetten moet je een aantal stappen uitvoeren om weer helemaal up-and-running te zijn, zoals het publiceren van InSite en het deblokkeren van app connectoren.

3. Basisinrichting

 

Binnen de basisinrichting bepaal je de algemene omgevingsinrichting. 

Met welke websites ga je werken, en stel je InSite in.

Je gaat ook de workflow voor het proces van applicatiebeheer vormgeven, zodat de inrichtingsvraagstukken geborgd worden via een workflow.

Het belangrijkste is echter dat je de gebruikers gaat aanmaken, met de daarbij behorende autorisatie.

4. AFAS Pocket

 

Om in te loggen via de twee-factorauthenticatie heb je een mobiele telefoon nodig. Daarop moet de AFAS Pocket App zijn geïnstalleerd.

Heb je de app draaien, dan kun je gelijk het registeren van verlof, verzuim, en het afhandelen van workflowtaken via je telefoon inrichten. 

 

5. Digitaal dossier

 

Digitale dossiervorming is onmisbaar binnen de applicatie. Er wordt gebruik gemaakt van vrije typen dossieritem die je als klant zelf volledig kunt onderhouden en er zijn vaste dossieritems die een functie hebben vanuit het programma. 

De inrichting van het dossier is centraal geregeld vanuit de CRM-module. Binnen de bestemming bepaal je waar het type dossieritem terug te zien is. 

De functionele typen dossieritem staan beschreven in de verschillende processen. De vrije typen die niet aan een specifiek proces hangen kun je eenvoudig zelf inrichten of zijn in de template ingericht.

 

6. Connectoren

 

Je gebruikt Profit Connectoren om Profit naadloos met externe applicaties te integreren. Hiermee maak je een eind aan 'eilandautomatisering'.

Veel organisaties leggen gegevens van bijvoorbeeld medewerkers en klanten in verschillende systemen vast. Hetzelfde werk wordt dus dubbel gedaan. Dit is inefficiënt en vergroot de kans op fouten. Dit kan voorkomen worden! Ook al heb je een specifieke brancheoplossing én werk je met de software van AFAS, je hoeft gegevens niet dubbel vast te leggen. De Profit Connector zorgt ervoor dat beide applicaties realtime met elkaar gekoppeld zijn en data uitwisselen.

 

7. Conversiewerkzaamheden

 

Bij de start van Profit zul je te maken krijgen met verschillende stamdata en mutaties van lopende processen.

Deze kun je uiteraard handmatig invoeren, maar het is, afhankelijk van de hoeveelheid, vaak beter om de gegevens toe te voegen met een importfunctie. 

 

Beschikbare cursussen

Wil je een cursus volgen over een onderwerp klik dan door.